Met het nieuwe album It’s A Love
Cult heeft Motorpsycho de trilogie die met Let Them Eat Cake
voortvarend begon en vervolgd werd met het indrukwekkende
Panerothyme afgesloten. De veelzijdige Noren weten op deze
laatste officiële albums (zijprojecten even buiten beschouwing
gelaten) grote indruk te maken met een allegaartje aan stijlen
die altijd ontegenzeggelijk Motorpsycho blijft. Stijlcitaten
zijn de heren nooit vies van geweest en ook op It’s A Love
Cult stikt het weer van de referenties. Het sterke van
Motorpsycho is echter dat ze die zo eigen weten maken dat het
nergens storend is. Net als op Phanerothyme spelen de zestiger
jaren een rol, luister maar eens naar het orgeltje in
Neverland dat door de felle gitaar-riffs weer heel erg
Motorpsycho wordt. En zo switcht de groep van de nachtclub
jazz in This Otherness naar de dromerige hippieklanken van The
Mirror And The Lie (met weer die dwarsfluitjes!) tot de climax
in het overdonderende Custer’s Last Stand, om af te sluiten
met de instant hit Composite Head. Zelden hoorde je
Motorpsycho zo compact en divers en zo heeft de groep weer een
uiterst boeiend hoofdstuk aan een toch al imposant oeuvre
toegevoegd. |
|