[media stories: 2001: dutch] |
||
p o p
Zwalkende band Motorpsycho
temt zijn eigen gitaarorkaan
Review of the Utrecht show / 2001-09-26
UTRECHT 'Leipzig had het beste geluid, Berlijn de meeste energie en
Utrecht was het krankzinnigst', staat er te lezen op het binnenwerk van
'Roadwork Vol. 1', de live-plaat die de Noorse band Motorpsycho drie jaar
geleden in bovenstaande steden opnam. Het is nog altijd een perfecte
verwoording van de fabelachtige optredens van Motorpsycho, vooral dankzij
het unieke gitaarspel. Juist daarom was het optreden woensdag in Utrecht
zo'n teleurstelling. En allesbehalve krankzinnig.
Het klinkt raar, maar soms kan je als band ook té goed zijn. Al vanaf het prille begin in '93 is Motorpsycho overladen met superlatieven, een ritueel dat tot op de dag van vandaag in ere wordt gehouden door de Europese muziekpers. De muzikale ontwikkeling van de band is eigenlijk te kaleidoscopisch om nog serieus te nemen, maar het trio beheerst zó veel muzikale stijlen en weet daar bovendien zó'n hoge mate van creativiteit en originaliteit in te leggen, dat men slechts bij iedere nieuwe plaat vol bewondering kan constateren dat Motorpsycho zijn muzikale koers alwéér 180 graden heeft omgegooid. Hun combinatie van indierock, metal en psychedelica uit de begintijd heeft voor een opleving in de Europese gitaarmuziek gezorgd (met Nederlandse nazaten als Incense en Suimasen), maar al snel bleek dat de Noren ook van country hielden (het album 'The Tussler') en de Beach Boys ('Let Them Eat Cake'), hun hand bovendien niet omdraaien voor free jazz ('Roadwork Vol. 2') en blijkbaar van de jaren zeventig houden (hun nieuwste album 'Phanerothyme' zit vol verwijzingen naar Crosby, Stills Nash, Yes en de Doors. Dat niet willen kiezen voor één bepaalde stijl heeft Motorpsycho tot een onnavolgbare studioband gemaakt, maar in Tivoli bleek het tevens de achilleshiel van het Noorse trio, dat voor deze toer is uitgebreid met een toetsenist. Snah's gitaarspel is op het podium de katalysator van Motorpsycho. Hij is het die de lang uitgesponnen composities aandrijft en ze tergend langzaam naar een climax geselt, en daarin oneindig veel meer subtiliteiten en nuances weet aan te brengen dan bijvoorbeeld een band als Mogwai, die toch liever hakt met de botte bijl. In Tivoli kreeg de gitarist niet de volledige ruimte zijn kunsten te etaleren, en daardoor zwalkte het bijna drie uur durende optreden soms vervaarlijk. De toetsenist eiste te vaak óók zijn plekje in het spotlicht op, maar betoonde zich opvallend minder eigengereid dan Snah. Zijn fusion-achtige gepiel, dat op 'Phanerothyme' nog duidelijk voor de meerwaarde zorgt, deed het optreden verwateren. De rustige pop van de laatste twee platen bleek bovendien moeizaam een huwelijk aan te kunnen gaan met oude live-favorieten als 'Vortex Surfer'. Zo temde Motorpsycho eigenhandig zijn gitaarorkaan tot windkracht vijf. Danny Koks
|
||