home

  [media stories: dutch: 2000]



Nieuwe koers Motorpsycho

Article / Interview taken from the
Dutch newspaper
UTRECHTS NIEUWSBLAD, 2000-04-19.
Dutch. Found at the utrechts nieuwsblad-site.


Stilstand is achteruitgang, is een uitspraak die door velen gebezigd wordt. Maar het zijn in praktijk alleen de echte groten in de rockmuziek, die er in slagen in beweging te blijven.

"We weten ondertussen wel dat we monumentale albums met lange stukken harde muziek kunnen maken", zegt Bent Saether, bassist, songschrijver en centrale man van de Noorse rockgroep Motorpsycho op een winterse ochtend in de foyer van een Amsterdams hotel. "Wij hebben in de jaren negentig ons White Album al afgeleverd. En ons Exile On Main Street. Dat wensten we geen van drieën te herhalen. We moesten gewoon iets anders."

Woensdag 19 april is de groep, die inmiddels een vaste gast is op de Utrechtse podia, terug in Tivoli. De groep heeft een album gemaakt dat het etiket ‘pop’ verdient. Let Them Eat Cake heet de plaat die opent met violen, negen liedjes telt en in totaal drie kwartier duurt. Een plaat die aan heel veel rock uit de jaren zestig en zeventig herinnert, de vroege jaren zeventig vooral.

"Veel van onze vorige platen waren op basis van improvisaties tot stand gekomen", vertelt Saether. "Ditmaal hebben we heel bewust eerst ruim de tijd uitgetrokken voor het schrijven van liedjes en daarbij hadden we vanaf het begin in ons hoofd dat we met blazers en strijkers wilden werken."

"We begonnen met zesentwintig liedjes, waarvan we er zeventien daadwerkelijk hebben opgenomen" , valt drummer Hakon Gebhardt de bassist bij. "Toen bleek dat de hardste nummers gewoon niet zo goed bij de rest pasten. Dus hebben we besloten die metal-achtige stukken niet op Let Them Eat Cake te zetten. Ze verschijnen waarschijnlijk later dit jaar op een mini-LP via een Amerikaans label."

Sinds hun ontstaan in 1989 hebben ze zich op weten te werken tot één van de meest interessante rockbands van het afgelopen decennium en zeker een van de meest opwindende groepen in het live- circuit. De internationale doorbraak voor Saether, Gebhardt en bassist Snah, alias Hans Magnus Ryan, kwam in 1993 met het indrukwekkende album Demon Box. Een plaat die pendelde tussen meezingbare popsongs en uitputtende muzikale strooptochten langs de donkerste spelonken van de menselijke geest.

Muziek die zich bij geen enkele stroming liet indelen, gespeeld door een groep die met imponerende, niet zelden twee tot drie uur durende concerten een uiterst loyale aanhang heeft opgebouwd.

Hoewel geen twee platen van de band uit het Noorse Trondheim hetzelfde klinken, is de ontwikkeling op Let Them Eat Cake wel heel opmerkelijk. Een album als een popkwis. Motorpsycho citeert en refereert voortdurend; niet alleen in de muziek zelf, maar evenzeer in de songtitels. Zo is er een instrumentaal stuk dat iedere rockliefhebber die z’n klassiekers kent aan Jessica van The Allman Brothers Band uit 1973 zal herinneren. Het nummer heet dan ook Whip That Ghost (Song For A Bro), een duideljke verwijzing naar een andere Allman-song, Whipping Post.

"Dat klopt natuurlijk", zegt Saether. "Al die citaten zijn heel bewust in de muziek gestopt." ’Hoewel, bij de opmerking dat het nummer Never Let You Out ritmisch wel heel erg een de Judy Blue Eyes Suite van Crosby Stills & Nash doet denken, fronst hij de wenkbrouwen.' "Mmm, nu je het zegt. Dat is wel toeval, ja. Maar My Best Friend herinnert inderdaad aan Dylan en Green on Red, maar ook aan The Grateful Dead. En het nummer Big Suprise zit vol Beatles en Beach Boys. Geen wonder want in de tijd dat we aan deze plaat zaten te werken luisterden we heel veel naar Pet Sounds. Dat was onze grote inspiratiebron."

"Grappig eigenlijk", reageert drummer Gebhardt. "We hebben alledrie een metal- achtergrond. Kiss, Motorhead, dat soort dingen. En dan nu opeens die enorme beïnvloeding door die sixties- en seventiespopdingen."

Het heeft er uiteraard mee te maken, dat de mannen van Motorpsycho stuk voor stuk ‘platenfreaks’ zijn, beaamt Saether. Muzikale omnivoren die overal interessante muziek hopen te ontdekken. "En dat komt dan meestal niet direct in ons eigen werk terug. Maar het zet je wel aan tot nadenken: Wat gebeurt hier? Dat kan tot iets leiden wat je zelf dan weer gebruikt. Soms ook alleen maar bij wijze van grap: ‘Kunnen wij The Beatles zijn voor één dag?’ Op andere momenten ben je aan het werk in de studio en dan weet je gewoon dat een bepaalde song ‘Who-achtig’ moet klinken. Dan zeg ik dat tegen Gebh en dan probeert hij bij het spelen Keith Moon te zijn. Maar meestal plan je die dingen niet. Dan komt het er gewoon zo uit."

Hakon Gebhardt: "Weet je, wij zijn zo veel en zo hard bezig met muziek maken, dat het ook nodig is dat we voortdurend zelf gevoed worden met muziek."

Motorpsycho. Tivoli Utrecht, wo 19 apr 20.15 uur.

Peter Bruyn