home

  [record reviews: let them eat cake]




Motorpsycho: 'Let Them Eat Cake'

Review of Let Them Eat Cake taken from the
web site of Belgium TV magazine
HUMO, 2000-02-02.
In Dutch / Flams. Found at the humo site.


Motorpsycho - «Let Them Eat Cake» - cover - front  

Motorpsycho: 'Let them Eat Cake'

Wij houden van Motorpsycho. Omdat de drie Pelles in de groep muzikale duizendpoten zijn, die schijnbaar zonder moeite de ene 'Pet Sounds' na de andere uit hun mouw schudden; omdat ze zichzelf in één van de eerste regels van hun bio met havermout vergelijken; omdat ze notoire kilometervreters zijn, die over heel Europa probleemloos zalen vol- en weer doen leeglopen met eigenzinnige versies van hun toch al behoorlijk tegendraadse songs; omdat ze zichzelf dit keer hadden voorgenomen eens géén mastodontschijf vol zevenminutennummers op te nemen, maar het tóch niet konden laten; en omdat ze met 'Let Them Eat Cake' de spannendste, kleurrijkste en avontuurlijkste plaat hebben gemaakt sinds, wel, sinds 'Trust Us' eigenlijk, hun vorige dubbelaar.

In het verleden verkenden de heren vooral de donkerder regionen van de rock (luister, als u durft, maar eens naar de rauwe metal en giftige noise die ze in hun beginjaren als groezelig stonerrock-trio maakten) maar tegenwoordig laten ze hun vampierentanden en plastieken vleermuizen in de doos; 'Let Them Eat Cake' loopt zodanig over van de levenslust en het optimisme dat wij al na de derde beluistering een non moesten gaan afranselen met een mattenklopper om terug tot ons cynische zelf te komen.

Opener 'The Other Fool' is meteen een goeie staalkaart van Motorpsycho's kunnen: het nummer huppelt als een flippende karaokestip van goedgeluimde dEUS naar Calgon-witte Dick Dale, en mondt na een abrupt akoestisch intermezzo uit in een warme strijkerskakofonie à la Arvo Pärt on crack. 'Big Surprise' had op 'Smile' kunnen staan, het meesterwerk dat Brian Wilson wegens kolder in de kop nooit heeft afgemaakt; een melodieus liefdesliedje vol dromerige blazers, warme bassen en heerlijke papapapàààà- harmonieën die ons zó de dichtstbijzijnde lama een tong deden draaien – die kauwgom willen we overigens wel terug, Fritz. Het catchy trombonegeweld van 'Walkin' With J.' klinkt vervolgens zo fris en pretentieloos dat men bijna zou gaan vergeten hoe knap en doordacht het nummer in elkaar zit; en het Doobie-Brotheren 'Whip That Ghost' liet ons inzien dat improvisatie prachtige muziek kan opleveren en dus niet noodzakelijk tot zwarte-rolkragen-en-paardenstaarten-freejazz-notengeneuk hoeft te leiden, toch niet zolang het niet door freejazz-notenneukers met zwarte rolkragen en paardenstaarten wordt gespeeld.
Ademhalen, zegt u?
De lelijke eendjes te midden van al dat lekkers heten 'Upstairs-Downstairs' en 'Never Let You Out': een zekere 'Snah' Ryan wurgt deze potentiële pareltjes met een accent dat Arnold Schwarzenegger in één klap promoveert tot de Laurence Olivier van de actiefilm. U komt er wel overheen.

'Let Them Eat Cake' is één en al onvoorspelbaarheid, melodie en joie de vivre; u begrijpt dat het voor ons, notoire shoegazers, een bittere pil was toe te geven dat deze schijf nu reeds tot onze eindejaarsfavorieten gerekend kan worden.

Dankuwel Zweden, voor het woord smörgasbörd, voor supermodel Jeanette Rundgren – rol haar in een tentzeil en het lijkt nóg alsof ze alleen een veterbikini aan heeft – en voor Motorpsycho. Ace Of Base is u bij deze vergeven.

(jg)