In 1993 maakte ik kennis met het fenomeen Motorpsycho uit Trondheim, Noorwegen. Het was
de tijd dat hun derde lp "Demon Box" uitkwam, en ik had nog nooit zoiets gehoord. Niet
dat de muziek iets volkomen nieuws was, integendeel, maar wel de manier waarop de Noren
verschillende stijlen door elkaar speelden en met elkaar combineerden.
De plaat opent met het akoestische en folky "Waiting For the One", waarin de vrolijke
muziek en de licht tragische tekst elkaar goed verdragen. Na 3 minuten wordt het beeld
van het vergeefs wachtende meisje op het perron van het kleine station van een naamloos
dorp in het midden van nergens wreed verstoord door het scheurende "Nothing to Say".
Ruig rockende gitaren en de overslaande stem van zanger/bassist Bent, die nog een trapje
hoger gaan in "Feedtime" en "Gutwrench". Dit laatste nummer staat overigens niet op de
CD versie van de plaat. "Sunchild" is minder heavy dan haar drie voorgangers, maar doet
meer denken aan Dinosaur Jr. met mooi rauw klinkende samenzang van Bent en gitarist
Snah. Volgt "Mountain", eveneens alleen op de vinylversie, maar wel uitgebracht op de CD
"Mountain EP". Wederom loodzware bas, gitaar, drum en zang, met ergens in het midden
ineens een verrassende tingeltangel piano. Daarna gaat de storm wat liggen, althans zo
lijkt het. "Tuesday Morning" is een psychedelisch pareltje opgebouwd rond de akoestische
gitaar en dromerige zang. Door de geluidseffecten heeft het nummer een verstikkende
sfeer die voortduurt in de door de dreinende gitaren en de canonzang uiterst
hypnotiserende Moondog-cover
"All Is Loneliness".
"Come On In" is een kort melancholisch akoestisch liedje dat klinkt alsof het door de
telefoon is opgenomen. En als de band je dan aan het soezen gebracht heeft, verstoort ze
zelf weer wreed de rust door "Step Inside Again" in te zetten, een uiterlijk rustig maar
onderhuids zeer dreigend nummer dat fluisterend wordt gezongen, met een metaalachtige
echo voor het nachtmerrie-effect. Na een kort spacey en zacht machinaal klinkend intro
begint dan "Demon Box", een monumentale, 17 minuten durende strafexpeditie naar de
krochten van de geest. Ultra heaviness in twee delen, gebroken door een extreem
lawaaierig tussenstuk, en afgesloten door een prachtig stukje viool en piano gespeeld
door Bent's grootouders, zoals de man me ooit toevertrouwde in een interview. Daarna
gaat het van 1, 2, 3, raggen met de frisse douche "Babylon". Op de CD versie eindigt het
nummer met een opnieuw door de telefoon opgenomen lijkend gitaartje en Bent die het
refrein van "Mr. Who" zingt. Dit liedje staat in zijn geheel op de vinylversie. Volgt
het weer aan Dinosaur Jr. herinnerende en hartverscheurend tweestemmig gezongen
"Junior". "Plan #1" is weer een kippenvel bezorgende track met een enorme dynamiek à la
Smashing Pumpkins, gevolgd door het duivel uitdrijvende "Sheer Profoundity". De ruige
versie van het openingsnummer, die de titel "The One That Went Away" meekreeg, sluit het
album af. De track eindigt in gelach van Bent, die de loodzware teneur van de plaat in
enkele seconden terug lijkt te willen brengen tot één grote grap van een stel kwajongens
uit Noorwegen.
Waarmee meteen de geest van Motorpsycho wordt aangegeven. Het trio (live uitgebreid met
een aantal vaste gastmuzikanten) maakt er een sport van om de luisteraar voortdurend op
het verkeerde been te zetten. Met "Demon Box" leek een periode te worden afgesloten
waarin de band veel gebruik maakte van de metal van bands als Black Sabbath. Sinds dit
album is Motorpsycho zelden meer zo heavy uit de hoek gekomen, althans niet op plaat.
Live verrast de band nog altijd, net zo makkelijk akoestische als elektrische sets
spelend, en altijd even intens. "Demon Box" is mijn favoriete Motorpsycho album, een
tevens één van mijn favo's aller tijden. Na al die draaibeurten bezorgt de plaat me nog
altijd rillingen, en als te huize Lubacov "Junior" luidkeels wordt meegezongen gaat dat
niet zonder snik in de stem, en dat is niet opzettelijk. Zeldzaam intens.
Luba