home

  [media stories: 2001: dutch]




Fjord Galaxy – de interplanetaire rock van
Motorpsycho

Interview with Snah and Geb around the Phanerothyme release
taken from the free two-weekly Belgium magazine
MAO MAGAZINE #11 / 2001-08-30.
In Dutch. Transcribed by Bart Borgmans.


Mao: Waar komt jullie naam vandaan?
MP: We gingen in Londen ooit kijken naar een triple bill van tietenkoning Russ Meyer. Op de affiche stonden Faster Pussycat Kill Kill, Mudhoney en Motorpsycho. Twee titels waren al in gebruik als groepsnaam. We waren er snel uit dat we Motorpsycho zouden heten. Slechter dan Faster Pussycat kunnen we nooit worden, dus laat ons proberen zo goed als Mudhoney te worden, dachten we.

Mao: 'Phanerothyme' is een woord dat je in geen enkel woordenboek terugvindit.
Gebhardt: Het is synoniem voor 'iets psychedelisch'. De Britse schrijver Aldous Huxley (de auteur van Brave New World) heeft het woord verzonnen. Hij was proefkonijn bij de LSD-tests van de CIA en vond het woord uit om de effecten van de drug te beschrijven, zonder dat er een negatieve bijklank aan vastkleefde. De CIA gebruikte alleen termen als 'toxisch' of 'hersenbeschadigend'. Een LSD-trip had volgens Huxley echter ook een mooie kant. Hij meende dat het de geest naar nieuwe dimensies brengt, en we hopen dat deze cd voor de luisteraar nieuwe horizonten opent.

Mao: Psychedelisch is een codewoord bij MP, maar jullie klutsen even goed rock, pop, jazz en verkapte symfonieën door elkaar.
Gebhardt: Dat moet als we het zelf interessant willen houden. In de twaalf jaar dat de groep bestaat hebben we bijna duizend keer opgetreden. We hebben 12 of 13 volledige albums uitgebracht, oneindig veel EP's en nummers geschreven voor compilaties en splitsingles. Niemand in de groep heeft alle platen en singles van MP, gewoon omdat het veel te veel is. Dat komt omdat we continu nieuwe terreinen verkennen.

Mao: Voor Phanerothyme liggen die voor een stuk in themamuziekjes van tv-series in de jaren '70.
Ryan: Inderdaad. Ik herinner me die tv-series nog goed. In de jaren '70 was er in Noorwegen maar één nationale zender en die zond al die Amerikaanse series uit. The Dukes Of Hazard natuurlijk, maar ook detectiveseries als Kojak en Columbo. Het was de bedoeling de tijdloze sfeer van de tunes te vatten. Het klinkt misschien blasé, maar we vinden dat het geluid van Phanerothyme bij de die sfeer aansluit.
Gebhardt: Voor de opnames hebben we zowel monderne technologie gebruikt als authentieke instrumenten uit de jaren '60 en '70. We zijn maniakale verzamelaars op dat vlak. Overal waar we komen schuimen we winkels af op zoek naar krakende lampenversterkers, oude gitaren of Hammond-orgels. Ik verzamelde vroeger ook hotelzeepjes. Op de duur had ik bijna dertig kilo hotelzeep en ben ik dat maar beginnen uitdelen aan de mensen die het nodig hebben. De instrumenten geeft ik niet weg, die staan netjes opgesteld in onze repetitiebunker.

Mao: Jullie repetitiebunker?
Gebhardt: Yep. We repeteren in een onderzeeërbunker die de nazi's tijdens WOII bouwden voor de U-501, de onderzeeër die Wolfgang Petersen vereeuwigde in Das Boot. De muren zijn zeven meter dik en uit gewapend beton. Na de oorlog wilden ze de bunker opblazen, maar dat was onmogelijk. Trondheim, waar we wonen, ligt op een keivlakte. De hoeveelheid springstof die nodig was om de boel op te blazen zou een aardverschuiving hebben veroorzaakt, met als resultaat dat de halve stad in zee zou glijden. Het idee om de bunker te vernietigen is verleden tijd. Unifec heeft hem uitgeroepen tot beschermd monument.

Mao: Het cd-boekje van Phanerothyme bevat verschillende albumcovers.
Gebhardt: Onze fans zijn erg creatief en we steunen hen daarin. We moedigen bijvoorbeeld het opnemen van bootlegs aan. En dat is tot een wereldwijde hobby van velen uitgegroeid. Iedereen die een concert wil opnemen, mag dat. Zolang er geen misbruik van wordt gemaakt om handel te drijven in illegale kopieën. Zo hebben we pas nog een Noorse platenhandelaar betrapt die tientallen bootlegs verkocht. De meeste fans ruilen bootlegs en het bijbehorende artwork echter gewoon onder elkaar. Onze eigen website stelt niet veel voor, maar de onofficiële site is verbluffend. Die heeft meer dan drieduizend webpagina's. Je vindt er een heel archief aan kant-en-klaar artwork door en voor fans gemaakt. Dat is te gek. Want later kunnen we met onze kleinkinderen op schoot via het internet een heel optreden downloaden en weer de sfeer opsnuiven.

Mao: MP blijft na al die jaren wel een Europese verhaal.
Ryan: Tja, we hebben nog maar één keer in de VS gespeeld: welgeteld 40 minuten en 13 seconden op zo'n duffe muziekbeurs waar allerlei managers een wedstrijd drukdoenerij uitvechten. In Japan, Zuid-Amerika of Australië zijn we nog nooit geweest. Geen idee hoe dat komt. Je moet in de VS vooral de juiste mensen tegenkomen; niet de haaien met draaiende dollartekens in hun ogen. Die willen alleen dat een groep geld opbrengt. Onlangs hadden we de juiste man gevonden, dachten we. Frank Kozik, een bekende posterontwerper uit San Fransisco, zou de EP Barracuda uitbrengen op Man's Ruin Records. Nu blijkt dat Man's Ruin de boeken heeft neergelegd en Kozik met het geld een Duitse Pantzer I tank uit 1940 heeft gekocht om te restaureren. De groepen op Man's Ruin hebben echter nog geen cent gezien. Tja. We zullen maar zeggen dat het op de duur went zeker?

Mao: In Scandinavië doen prachtige verhalen de ronde over trollen, gnomen en elfen. Daar heb ik tot dusver nog niets van gemerkt in jullie teksten.
Ryan: Nee, daar blijven we af met onze tengels. De sagen en verhalen over woeste vikingen zijn voorbehouden voor dark metalgroepen. Stel je voor dat zij zoals wij over alledaagse dingen zouden zingen. Dat zou pas lachwekkend zijn.
Gebhardt: Ik lach daar niet mee. Op mijn zevende reed ik met mijn grootvader door de bossen. Toen de nood het hoogst was, ging ik achter een dikke boom plassen. Op dat moment heb ik een trol in levende lijve gezien. Hij sloeg met een tak de bessen uit de struiken en droeg een groen jasje, een rode strechbroek en een hoed met een ganzeveer. We hebben er geen nummer over geschreven. Nog niet.

Mao: Phanerothyme staat met al zijn sferische rock loodrecht op bijvoorbeeld Demon Box waarop jullie nogal wild omspringen met noise en feedback.
Gebhardt: Die herriemuziek, we hebben het allemaal al zo vaak gedaan. Op Demon Box staan noisemonsters die 17 minuten duren. Na een tijdje snap je de code, begrijp je hoe je zo'n lawaaiepos in elkaar draait en dan is de lol er af. We hebben steeds nieuwe uitdagingen nodig om muziek te blijven maken.

Mao: Of eens wisselen van bezetting. Iedereen in MP kan zowat alles spelen.
Gebhardt: In onze bunker wisselen we voortdurend van instrument. Het geeft een extra dimensie aan onze muziek. Tijdens een concert is dat niet haalbaar. De bassist is linkshandig en dan zouden we iedere keer het drumstel moeten ombouwen. Tijdverlies. En geef toe, het zou ook onnozel zijn om je eerst in het zweet te drummen en daarna in je blote buik en doorweekte short een gitaar om te gorden.

Mao: Jullie groepsnaam roept associaties op met brandend rubber, dampende hotrods en vlammende uitlaatpijpen. Zijn jullie zelf motorfreaks?
Gebhardt: Ik heb niet eens een rijbewijs.
Ryan: Het enige wonder der techniek dat ik ooit volledig kon beheersen was de roestige scooter uit mijn tienerjaren.
Gebhardt: In het begin hadden we een blauwe Toyota Hi-Ace om mee te touren. We noemden hem Jerry, naar Jerry Garcia van The Greatfull Dead. Die auto was een wrak, vandaar. Wij kenden niets van automechanica en moesten vaak improviseren. Toen de verwarming eens kapot was, zijn we in een slaapzak moeten kruipen om niet levend te bevriezen. Ooit begaven de ruitenwissers het en hebben we Jerry met twee moeten besturen: de een zat aan het stuur, de ander bediende de ruitenwissers met touwen. Gekkenwerk en levensgevaarlijk. Daarom zijn we maar naar het autokerkhof gereden en huren we voortaan splinternieuwe auto's. Jerry, rust in peace.